Menu

Het prenataal gezondheidsgedrag van Marokkaanse en Turkse migrantenvrouwen is suboptimaal: ze melden zich later aan en consulteren minder frequent dan autochtone vrouwen. Tevens is hun prenatale zorgenvraag minder regelmatig. Dit werd in Vlaanderen door verscheidene auteurs vastgesteld. Welk is nu de rol van de interactie hulpverlener-patiënte in het prenataal consultatiegedrag en hoe kan de prenatale zorgverstrekking worden verbeterd. Een door De Munck e.a. uitgevoerde studie formuleert op deze vragen een antwoord.

Welke rol vervult de huisarts in de prenatale begeleiding van Marokkaanse en Turkse migrantenvrouwen? In een studie, in samenwerking met Kind en Gezin, werd het prenataal consultatiegedrag van deze vrouwen onderzocht. Ook werd een vergelijking met de Belgische zwangeren gemaakt. Onderscheid in consultatiefrequentie evenals het blijvend belang van de huisarts in de prenatale begeleiding zijn de voornaamste resultaten.

Migranten vormen een belangrijk deel van de Belgische samenleving. Hun geografische spreiding is echter niet homogeen. Hogere concentraties van vreemdelingen bevinden zich in regio's zoals de Limburgse mijnstreek, waar traditionele produktiesectoren in moeilijkheden verkeren. In die streken wordt de Belgische huisarts frequent door vreemdelingen geconsulteerd; vandaar het belang van de kennis van het consultatiegedrag en het ziekteprofiel bij de migranten. Is er een verschil in consultatiegedrag tussen migranten en Belgen? Worden deze bevolkingsgroepen meer of minder verwezen naar de tweede of...